In Apeldoorn en Ermelo werden recent nieuwe all you can eat-restaurants geopend. De opmars van dit concept – je betaalt een vaste prijs en kunt vervolgens eten tot je erbij neervalt – is in Oost-Nederland niet te stoppen. De Stentor zocht uit: Wat is er toch zo leuk aan?
Vreetschuren
Een vaste, scherpe prijs en onbeperkt eten; het is in een notendop de succesformule van all you can eat-restaurants, stelt horeca-expert Mark Tamsma. ,,Het aantal restaurants waar je voor een vaste prijs zoveel kunt eten als je wilt blijft maar groeien. Niet alleen in de Randstad, juist ook in de provincie. De all you can eat-buffetrestaurants, waar je zelf je eten opschept en je drinken haalt, worden steeds groter. Ze zitten vaker aan de rand van de stad, op bedrijventerreinen, en hebben soms wel duizend plaatsen. Hier geldt het credo: massa is kassa.” In de volksmond worden deze restaurants ook wel ‘vreetschuren’ genoemd. Maar volgens Tamsma valt dat mee. ,,Slechts een enkeling vreet zich echt vol. Vrouwen, kinderen en opa’s en oma’s eten veel minder en halen het vaste bedrag van pak ‘m beet 25 euro er niet uit.”
Strategie
Om de winstmarges te vergroten, hanteren deze buffetrestaurants volgens Tamsma een uitgekiende strategie. ,,Het goedkope voedsel ligt aantrekkelijk uitgestald op prominent zichtbare plekken, zodat het oog van de consument daar als eerste op valt. Voor een duurder stukje vlees of vis moet je naar het kookeiland in de hoek en sta je vaak in de rij. Niet alcoholische dranken zijn meestal gratis en kun je zelf halen. En dat is precies de bedoeling, want hoe meer colaatjes je drinkt, hoe eerder je vol zit en je die dure Argentijnse steak toch maar niet bestelt. En er zijn tijdslimieten, meestal twee uur.”
Full-servicerestaurants
Toch ziet Tamsma dat de belangstelling van de consument zich steeds meer richt op full-servicerestaurants die all you can eat aanbieden. Zoals sushirestaurant Shabu Shabu in Apeldoorn en tapasrestaurant La Cubanita in Deventer en Zwolle. Bij die laatste betaalt de klant door de week 17,50 euro en kan vervolgens de hele avond tapas eten, zonder limiet. ,,Die formule loopt als een trein”, weet Tamsma. ,,Mensen vinden het gezellig om met vrienden en familie aan tafel bediend te worden, zonder zelf steeds je eten te hoeven halen. In fullservice restaurants zit het verdienmodel vooral in het drinken. Zodra je glas leeg is, staat er een medewerker naast je die vraagt of je een nieuw drankje wil. Aan het einde van de avond tikt dat aardig aan.”
Bron: www.deondernemer.nl/